CLUB NIEUWS, A-KERN NIEUWS

EXACT 100 JAAR GELEDEN PAKTE BEERSCHOT ZIJN EERSTE LANDSTITEL NA EEN TESTMATCH TEGEN UNION

Met zeven titels en drie bekeroverwinningen is het palmares van Beerschot nog altijd het vijfde beste uit de Belgische voetbalgeschiedenis. Alleen Anderlecht, Club Brugge, Union en Standard kroonden zich vaker tot kampioen. De Kielse succesperiode situeert zich in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw en werd op gang getrokken in het seizoen 1921-1922. Het was op 18 juni 1922 dat onze Mannekes hun allereerste titel pakten. Vandaag exact 100 jaar geleden. Een ideaal moment voor een terugblik naar "die goeie ouwe tijd"... 

De gouden medaille die het Belgisch elftal op de Olympische Spelen van 1920 in het Beerschotstadion had gewonnen, zorgde voor een enorme populariteitsboost  van het voetbal in de Scheldestad. En het was niet toevallig Beerschot dat twee jaar later die nog altijd nazinderende euforie in successen zou vertalen.

Beerschot vloog onder leiding van oefenmeester Jules Delausnay als een wervelwind door het competitiebegin van de jaargang 1921-1922 met zes overwinningen op rij. Op speeldag zeven toonde uittredend kampioen Daring zich nog een maatje te groot (2-1 werd het in Brussel), maar uiteindelijk zou het Union Sint-Gillis zijn dat in de race naar de titel de meeste weerstand bood. De media waren lyrisch over het technisch verfijnde en aanvallende voetbal dat Beerschot toen op de mat bracht. Paars-wit kon rekenen op André Fierens en Rik Larnoe, twee Olympische kampioenen, had met Ivan Thys (de vader van Guy) een rasechte goaltjesdief, terwijl Pierre Braine - de oudere broer van Raymond - ook een stukske kon shotten. Met Roger Fishlin stond er bovendien een klassekeeper tussen de palen. 

In januari pakte Beerschot de leidersplaats in de rangschikking, haakte Daring af maar wierp Union zich op als gevaarlijkste challenger voor de titel. Niet verwonderlijk want de twee Brusselse clubs hadden de jaren voordien het Belgische voetballandschap gekleurd en de successen opgestapeld. 

De competitie verliep superspannend. Op de slotdag leek het toch nog verkeerd te lopen: Beerschot verloor met 3-1 van Club Brugge maar Union kwam niet verder dan een gelijkspel tegen Cercle. De Brusselaars hadden echter nog een inhaalmatch te goed, die ze met 4-1 wonnen van Verviers. Hierdoor finishten Beerschot en Union samen op de eerste plaats met 39 punten en moest een testwedstrijd over de titel beslissen. Noch het aantal gewonnen wedstrijden, noch het doelsaldo vormden in die tijd een doorslaggevende factor.

Die "belle" werd pas op 18 juni 1922 gespeeld in Gent, ruim anderhalve maand na de laatste competitiematch. Beerschot had na de reguliere competitie immers nog een reis naar centraal Europa gepland, met tussenstops en exhibitiewedstrijden in Wenen, Praag en Karlsbad. En had van de Voetbalbond de toestemming gekregen om die trip af te werken. Een oefenmatch tegen Sparta Praag werd met 2-4 gewonnen, en bleek de ideale opwarmer voor die testmatch tegen Union.

Aangemoedigd door een legioen supporters - de treinen van Antwerpen naar Gent zaten allemaal overvol - liet Beerschot er op die zonnige zondag 18 juni 1922 er geen twijfel over bestaan wie de sterkste was. In de tweede helft maakten eerst clubtopscorer Ivan Thys en daarna gelegenheidsaanvaller Arthur Van Meenen het verschil. Die laatste kreeg uitgerekend in die testmatch zijn eerste speelkans van het seizoen omdat spits Albert Hendrickx “in mindere vorm” was. Het zou een meesterzet blijken van trainer Delausnay, want met een assist en een doelpunt kroonde "den Tuur" zich tot matchwinnaar.

Beerschot voor de allereerste keer kampioen. De hegemonie van de Brussels clubs was eindelijk doorbroken en Beerschot trok de succeslijn netjes verder met nog vier extra titels in hetzelfde decennium en twee in de jaren '30.

ZONDAG 18 JUNI 1922 – OTTENSTADION GENT
BEERSCHOT - UNION  2 – 0
TOESCHOUWERS: 11.000
SCHEIDSRECHTER: Barette
DOELPUNTEN: 68’ Thys 1-0, 77’ Van Meenen 2-0
BEERSCHOT: Fishlin, Ruyssevelt, Van der Gracht, Pelsmaecker,  André Fierens, August Fierens, Elst, Larnoe, Van Meenen, Thys, P. Braine
UNION: Leroy, Timmermans, Verbeeck, Cnudde, Hanse, Van Hege, Musch, Meyskens, Verhaeren, Coppée, Foulon

We pikken enkele mooie en originele alinea’s uit het wedstrijdverslag van Gazet van Antwerpen:

“Beerschot vertoont een puik techniek spel terwijl de verstandhouding onder de spelers, het samenspel der ploeg, bijzonder prachtig doet uitschijnen. Steeds blijven de mauve-witten aan den aanval tot aan den 23en minuut (van de tweede helft) een bal van Van Meenen op de lat gaat, terugbotst in’t spel tot aan Thys te komen die, onder oorverdovend juichen, nummer 1 binnen zendt. ’t Samenspel der onzen blijft bewonderenswaardig, terwijl de verdediging van Union zich als ware duivels weert. Eindelijk komt na 32 minuten de tweede goal der wit-mauven op een schoon beloond werken van Van Meenen. Union verkijkt nog een kans en uiteindelijk komt “time” met de welverdiende overwinning der Antwerpenaren met 2-0.”

Beerschot voor de eerste keer kampioen! De vreugde bij de paars-witte voetbalfamilie was euforisch. Het terrein in Gent werd overrompeld door uitzinnige supporters, kapitein Gust Fierens op de schouders getild en door de vele bewonderaars in triomf rondgedragen.

Het “Guldenboek RBAC” uit 1950 omschreef het succes als volgt:

“Beerschot had in grootse stijl de zo begeerde titel van Kampioen van België verworven. De vreugde kende geen grenzen. Voor de eerste maal kwam de Nationale Beker naar de Scheldestad. Antwerpen was te klein. Niet alleen feestte Beerschot, maar gans de stad deelde in de vreugde, en vierde mee. Triomftocht door de stad waaraan een groot aantal clubs uit gans België deelnamen, ontvangst op het stadhuis, en op 29 Juli 1922 werd een groot feestmaal opgediend op hetwelk alle hoge burgerlijke en legeroverheden aanwezig waren, alsmede afgevaardigden van de Bondsinstanties, der clubs, de comiteitsleden, de spelers en de oude gloriën. Het was groots, het was heerlijk, het was onvergetelijk.”

Dit zijn de Kielse helden van dat superseizoen 1921-1922 (met tussen haakjes het aantal gespeelde wedstrijden): André Fierens (27), Roger Fishlin (27), Rik Larnoe (27), Corneel Elst (26), August Ruyssevelt (26), Ivan Thys (26), August Fierens (25), Pierre Braine (24), Albert Hendrickx (23), Gust Van der Gracht (22), Staf Pelsmaecker (20), Achille De Schepper (9), Henri Van Averbeke (6), Alfons Soetewey (5), Pierre Mertens (3), Arthur Van Meenen  (1)

De doelpuntenmakers: Ivan Thys (23), Rik Larnoe (12), Albert Hendrickx (7), Corneel Elst (4), André Fierens (3), Pierre Braine (2), Pierre Mertens (2), August Ruyssevelt (2), Arthur Van Meenen (1)

TUUR VAN MEENEN: VAN MATCHWINNAAR TOT TRANSFER NAAR ANTWERP

Met gelegenheidsspits Tuur Van Meenen, die met een assist en een doelpunt de absolute uitblinker was van de testmatch, leek Beerschot een nieuw goudklompje te hebben ontdekt. In plaats van aan een succesvolle carrière op het Kiel te beginnen, liep het voor hem echter helemaal mis. Tijdens één van de vele kampioensvieringen kreeg hij een woordenwisseling met bestuurslid Raphael Van Praag, een conflict dat zo ver escaleerde dat hij niet meer welkom was op het Kiel, zijn vrijheid kreeg en uiteindelijk overstapte naar... Antwerp. Eén officiële wedstrijd speelde hij voor onze club... maar wat voor één! Negentig minuten volstonden voor een heldenstatus.

"Een triest afscheid van den Beerschot was het", liet hij zich jaren later in een kranteninterview ontvallen. "Maar die titel pakt niemand me ooit af. Het was het absolute hoogtepunt uit mijn korte voetbalcarrière."

Tekst: Danny Geerts