28 MEI 2005: MET DEN BEERSCHOT NAAR DEN HEIZEL

Om deze voetballoze coronavirus-periode te overbruggen duiken we voor u in de geschiedenis van Beerschot en stoffen we op die manier voor u het fraaie palmares met zeven landstitels, drie bekeroverwinningen en ontelbare andere sportieve hoogtepunten af…

Die laten we de volgende weken en maanden op regelmatige tijdstippen de revue passeren. In woord en beeld. Pure nostalgie is het…

Vier keer bereikte Beerschot de bekerfinale op de Heizel, en drie keer was Club Brugge de tegenstrever was. In 1968 toonde blauw-zwart zich de betere na vier verlengingen en twee strafschoppenreeksen, in 1979 won Beerschot dank zij een doelpunt van Johan Coninx met 1-0. En in 2005 toonden we ons opnieuw sterker dan de Bruggelingen. Vijftien jaar is het vandaag geleden dat we – onder de naam Germinal Beerschot – onze derde Beker van België pakten. Niet meer dan logisch dus dat we daar nu even bij stilstaan. En op terugkijken. Want wat een glorieuze zaterdagavond was dat zeg…

Germinal Beerschot begon op zaterdag 21 november 2004 aan zijn indrukwekkende cup-run met een 0-2-zege tegen SK Tongeren in het stadion van Racing Genk. De Kielse doelpunten kwamen van onze Braziliaanse prijsschutter Cadu en een zekere… Mousa Dembele. Twee maanden later schakelden we AEC Bergen uit: 0-1 in het stade Charles Tondreau, weer met een goal van Cadu.

Voor de kwartfinales werden we uitgeloot tegen Racing Genk: uit 1-1, met een belangrijke gelijkmaker van Jurgen Cavens, vroeg in de tweede helft. Het script voor de thuismatch van woensdagavond 13 april 2005 was getekend: Alfred Hitchcock. Beerschot ontwikkelde druk maar stuitte telkens weer op Genk-keeper Jan Moons, die werkelijk alle ballen uit z’n doel ranselde. Vroeg in de tweede helft klommen de Limburgers op voorsprong met een doelpunt van Engelaar, maar Beerschot knokte zich alsnog naar de halve finale. Trainer Marc Brys trok de offensieve kaart, met de inbreng van Cadu… maar de gelijkmaker van opnieuw Jurgen Cavens  viel pas in de 89ste minuut. Met een heerlijk gekrulde vrijschop in de winkelhaak sleepte hij in extremis verlengingen uit de brand, en dat terwijl enkele Genkse bestuursleden in de spelerstunnel klaar stonden op het terrein op te stormen. In de tweede verlenging klaarden Cadu (weer hij!) en Kenny Thompson de klus. Het Kiel ontplofte. Daar en toen legde Beerschot de basis van de bekerwinst.

Toch was het ook in de halve finale – tegen Lokeren - nog even bibberen. Op Daknam zorgde Kris De Wree voor een late goal voor een 0-1-voorsprong, maar Gretarsson scoorde alsnog de gelijkmaker. In de return op het Kiel bleef het 0-0, onder meer door enkele fraaie reddingen van doelman Luciano.

Zeventien dagen later: de finale in het Koning Boudewijnstadion, waar landskampioen Club Brugge de tegenstander was.  Brussel kleurde helemaal paars-wit, op het Atomium wapperde een Beerschot-vlag en 17.000 fans (vollen bak ons vak!) maakten de korte verplaatsing tussen de Metropool en de hoofdstad in colonne: met bussen, auto’s, met de Berenboot zelfs. Alles kon, alles mocht. Hoe zotter hoe beter.

De sfeer op de Heizel was legendarisch. De Brugse aanhang werd door het enthousiaste Kielse supporterslegioen gewoon weggeblazen. Beerschot kon zich in de rol van underdog wentelen want voor de doorsnee voetbalfan en de beroepsgokker was Club Brugge torenhoog favoriet. Zeker nadat blauw-zwart enkele weken daarvoor de rechtstreekse competitieconfrontatie met 6-0 had gewonnen.

Maar dat was zonder het tactisch vernuft van trainer Marc Brys gerekend. Die hield – ondanks die zware en zelfs ingecalculeerde rammeling in het Jan Breydelstadion - vast aan zijn 5-3-2-systeem, dat eerder door de voltallige Belgische media als “schandalig negatief” werd omschreven. Die speelwijze bleek in het Koning Boudewijnstadion echter de sleutel tot het succes. Beerschot ving op het middenveld de Brugse druk op door de centrale as offensiever te laten opereren. Op die manier kon de Brugse druk alleen via de flanken (Klukowski en Cornelis) komen, en die werden dan weer alternerend opgevangen. De tactiek klopte als een bus, want zo kon Beerschot, eens in balbezit, snel omschakelen met centraal lopende mensen. “Het viel me op dat dat maar liefst negen eersteklassers ons systeem kopieerden. Dat zegt voldoende over onze werkwijze”, liet Marc Brys fijntjes weten.

 

ZATERDAG 28 MEI 2005 – KONING BOUDEWIJNSTADION BRUSSEL

GERMINAL BEERSCHOT – CLUB BRUGGE  2 – 1

TOESCHOUWERS: 45.000

SCHEIDSRECHTER: De Bleeckere

DOELPUNTEN: 23’ Snoeckx 1-0, 54’ Verheyen 1-1, 56’ De Wree 2-1

BEERSCHOT: Luciano, De Wree, Hoefkens, Van Dooren, Cvitanovic, P. Monteyne, Snoeckx, De Decker, Messoudi (75’ Dickson), Cruz, Cavens (80’ Vos)

CLUB BRUGGE: Butina, Cornelis, Maertens (58’ Rozehnal), Clement, Klukowski, Englebert, Simons, Ceh, Verheyen, Lange (74’ Van Tornhout), Ishiaku (63’ Balaban)

 

Beerschot zette op de Heizel een quasi perfecte prestatie neer. Cavens kwam in de beginfase twee keer dicht bij de openingsgoal maar strandde op Butina en zag een vrijschop net naast belanden. Maar halfweg de eerste helft scoorde Karel Snoeckx op aangeven van Kris De Wree dan toch de verdiende 1-0. Club Brugge herstelde na de rust het evenwicht met een kopbalgoal van Gert Verheyen. Maar twee minuten later was het Kris De Wree die een vrije trap van Karel Snoeckx binnen devieerde en weer voor een Kielse voorsprong zorgde. Een mentale tik voor de Bruggelingen, die daarna nog wel veel druk ontwikkelden en een handjevol kansen creëerden… maar doelman Luciano stond paraat. Dat onze Braziliaanse ballenpakker tussen de palen stond, was op zich al een medisch wonder. Hij had in het voorgaande competitieduel tegen SK Beveren een ribbreuk opgelopen, werd in de week naar de finale speciaal behandeld door de medische staf en kreeg uiteindelijk een strak verband om het lichaam én een pijnstillende injectie toegediend om de finale alsnog te kunnen spelen. En hij pakte alles. Zoals gewoonlijk.

Het bleef dus 2-1 voor Beerschot, en kapitein Daniel Cruz mocht de Beker van België in ontvangst nemen. Wat volgde was een onvergetelijke ereronde en het begin van een feestnacht uit de duizend, die op de parking van het Olympisch Stadion zijn climax bereikte.

De dag daarna werd bekerwinnaar Germinal Beerschot op het Schoon Verdiep van het stadhuis verwacht voor een huldiging door burgemeester Patrick Janssens… en de onvermijdelijke balkonscene. Duizenden en duizenden Beerschot-supporters juichten Cruz & co vanop een volgelopen Grote Markt toe. Om daarna een zoveelste feestje te bouwen.

Nee, we weten echt  niet meer hoe we toen thuis zijn geraakt…

 

Tekst: Danny Geerts