CLUB NIEUWS

11 april 1901: De allereerste “BEERSCHOT ATHLETIC CLUB” wordt opgericht

HOOGTEPUNTEN 11 APRIL

“HET GEBEURDE VANDAAG OP…”

11 APRIL 1901: DE ALLEREERSTE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP “BEERSCHOT ATHLETIC CLUB” WORDT OPGERICHT

Om deze voetballoze coronavirus-periode te overbruggen duiken we voor u in de geschiedenis van Beerschot en stoffen we op die manier voor u het fraaie palmares met zeven landstitels, drie bekeroverwinningen en ontelbare andere sportieve hoogtepunten af.

Die laten we de volgende weken en maanden op regelmatige tijdstippen de revue passeren. In woord en beeld. Pure nostalgie is het…

Zo maar liefst honderdnegentien jaar moeten we op deze 11de april de klok terugdraaien, en dan stoten we op de officiële datum waarop ‘den Beerschot’ zich in een naamloze vennootschap liet omvormen.

Eerst wat data… Tijdens de vergadering van 3 september 1899 werd beslist tot de oprichting van een omni-sportclub op de gronden van de familie Grisar op het Kiel in Antwerpen. Toch was het pas een kleine vijf maanden later  – op 1 februari  1900 – dat dit ook officieel werd geacteerd. Een vertraging in de hand gewerkt door het plotse overlijden van Ernest Grisar. Het was zijn zoon Alfred die die omnisportclub “Beerschot Ahtletic Club” boven het doopvont hield… en op die manier als stichter van den Beerschot de geschiedenisboekjes ingaat. Een erecomité en de stichtende leden vormden  op dat moment de waarborg.

Max Elsen werd benoemd als eerste voorzitter, Edouard Leysen als secretaris, terwijl Alfred Grisar de mooie titel ”kapitein van de sporten en ploegen” opgespeld kreeg. Max Elsen werd in 1901 voorgedragen als voorzitter van de tennisafdeling en werd in zijn functie als clubvoorzitter opgevolgd door Paul Havenith.

Op 16 april 1900 begon de club met haar sportieve activiteiten. Beetje bij beetje werden de acht verschillende – en oorspronkelijke - sporttakken op het Kiel uitgebouwd: voetbal, wielrennen, schieten, tennis, cricket, paardensport, wandelen en… toerisme. En daar was (veel) geld voor nodig, alsook een paar lange armen en duwtjes in de rug. Die vonden de bestuursleden van Beerschot AC bij de schermafdeling van “La Concorde”, een ontspanningsvereniging die vanaf de eeuwwisseling dé ontmoetingsplek bij uitstek was van de adel, de hoge burgerij en de Franstalige handelselite van de stad Antwerpen. De relaties die daar werden opgebouwd zouden later van cruciaal belang blijken in de prestigieuze uitbouw van de club en het tot stand komen van het Olympisch project van 1920.

Op één van die bijeenkomsten in “La Concorde” werd beslist om van Beerschot een naamloze vennootschap te maken. En die werd dus op 11 april 1901 – dag op dag honderdnegentien jaar geleden – opgericht. Voor die “nv Beerschot Athletic Club” werden achthonderd aandelen uitgeschreven van 25 Belgische frank elk, voor een totaalwaarde van 20.000 frank. Acht comparanten brachten het volgestorte kapitaal bij elkaar: rentenier Paul Havenith nam er driehonderd voor zijn rekening, scheepsmakelaar Llelyn Evan Thomas en Charles Willian Twelves ieder tweehonderd, en Frédéric Van den Abeele, Louis Grisar, Louis Rymenans, Willy Friling en Charles Hunter ieder twintig.

Onthoud die namen, want zij zijn het die met hun (vele) centen aan de wieg van onzen Beerschot hebben gestaan… en voor een gezonde financiële basis zorgden.

Twaalf jaar later, in 1913, moest er echter al een tweede naamloze vennootschap worden opgericht, de “New Beerschot Athletic Club” om een eerste faillissement af te wenden. Meteen de start van het hobbelige financiële parcours dat onze club in de daaropvolgende decennia en halve eeuwen zou afleggen…

Tekst: Danny  Geerts

ChallengerPro League

1 K. Beerschot V.A. 50 pts
2 SK Lommel 48 pts
3 K.M.S.K Deinze 46 pts
4 F.C.V. Dender E.H 45 pts
5 Patro Eisden Maasmechelen 43 pts